top of page

St-Cecilia en de Katholieke Jonge Wacht.

       Jos Leben

In 1875 ontving het St-Cecilia zangkoor, toen een kerkkoor, een vaandel geschonken door de parochie.  Dit vaandel werd in 1898 gestolen en verbrand, zie artikel “ Het verbrande vaandel “. Tussen 1875 en 1898 kregen we een onderbreking van hun activiteiten maar het was pastoor Aerts, na 1890, die het zangkoor nieuw leven inblies.  Bij de inhuldiging van Louis Kerkhofs als priester was het St-Cecilia zangkoor ook van de partij.

 

In 2006 vond orgelist Bert Vossen een lijst met namen van het St-Cecilia zangkoor. We laten hem aan het woord:

In juli 2006 waren we, mijn vrouw  Myriam en ikzelf,  bezig met vast tapijt te leggen op het oksaal. Na de orgelrestauratie van 1992 en de latere schilderwerken zag de vloer er namelijk niet te proper uit. Daarbij kwam ook dat bij het restaureren van het orgel het bovenste stuk van de balustrade was weggenomen, samen met de houten trappen, oude banken en deuren die rond het orgel waren gebouwd, waarschijnlijk om de koude buiten te houden. Juist voor de balustrade is er een bekisting, eigenlijk een “trap” die boordevol stof zat. Om dit grondig te kuisen moest ik dus de bovenste genagelde plank wegnemen. Bij het stofzuigen vond ik een papiertje, vlak naast de “versmalling” naast de orgelbank, aan de kant van De Bond. Bij het papiertje lag ook een witte paternoster, zonder kruisje, dus gedeeltelijk beschadigd.

Vermoedelijk was het papiertje daar gelegd bij de installatie van de balustrade. Deze zou afkomstig geweest zijn van een kerk in Maastricht.

 

Het lijstje bevat 22 namen: Paulinus Beusen, Henri Monard, Renier Hermans, Evrard Mertens, Louis Reinaerts, Gerard Vossen, Willem Vossen, Frans Vossen, Cajot Vossen, Peter Raedts, Jean Reinaerts, Peter Van Com, Hubert Reinaerts, Arnol Mertens, Jozef Monard, Peter Tilkin, Emil Beusen, Paulus VDBosch, Laurent Huls, Jozef Tummers, Arnold Huyts en Willem Savenay.

 

De vraag was nu om de ouderdom van het lijstje te bepalen.

We weten dat Peter Vancom overleed op 31 augustus 1903. Indien het lijstje van voor 1897 zou geweest zijn zou Jan Joseph Beusen, koster, er zeker opgestaan hebben. Zijn zoon, Paulinus Beusen die zijn vader opvolgde, staat er wel bij. Dit betekent dat het lijstje opgesteld werd tussen 6 juli 1897, de overlijdensdatum van Jan Joseph Beusen en 31 augustus 1903.

Een meerderheid van deze personen had een gift gedaan om hun verbrande vaandel te vervangen.

 

Naast het St-Cecilia zangkoor kregen we in 1908 een tweede zangvereniging,  in Het Algemeen Belang vinden we twee artikels:

19 september : Een nieuwe zangmaatschappij, uitsluitend voor ’t jong volk, is hier tot stand gebracht,en wel: De katholieke Jonge Wacht   ( KJW ). De verschillige werkende leden houden zich ieverig bezig met ’t aanleren van schoone kooren, om zoo haast mogelijk gereed te zijn tot den eerste uitstap. Maar moedig gewerkt en geleerd jongens, want oefening baart kunst.

31 oktober  : ’t Was hier zondag kermis ( 24 oktober ). ’s Maandags was het propvol in den zielendienst; het zangkoor Sint- Cecilia voerde een aller schoonste Requiem misse uit, en ’s middags herleefde meer dan ’s daags te voren, de groote kermis. De zangmaatschappij de KJW deed als dan haren eerste uitstap. ’s Maandags bulderde het klein geschut en rond 2 uren vong de inhuldiging van het vaandel aan. Weer bulderde het kanon. De voorzitter: JS ( Jozef Savenay ) deed een kleine gelegenheidstoespraak, die heel de maatschappij vergenoegde. De vaandeldrager: JH gekozen, bracht de bestieder: ON ( O. Nivelle ) in bondige woorden hulde aan de voorzitter. De plechtige overgave van het vaandel, eindigde met het Vaderlandsch lied. Dan trok de Wacht in stoet blijde koren zingend Mheer af, Fall op. Flink was de uitvoering.

Op zondag 19 september 1909 werd er te Tongeren een grote betoging gehouden voor de vijfentwintigjarige jubelfeest der Katholieke regering. Tijdens de plechtigheden was er een stoet voorzien, samengesteld uit de katholieke maatschappijen, gilden, verenigingen en kringen van het arrondissement. In groep 12 was Val-Meer ingedeeld vertegenwoordigd door de Boerengilde, het St-Cecilia zangkoor en de KJW.

De nieuwe zangvereniging  had ook een toneelkring. Op 6 maart organiseerde de KJW een “ Dramatisch Avondfeest” onder het bestuur van L.R. in het lokaal van Pieter Smeets-Knops, in de Kleinstraat, met de medewerking van de “ Gilde-Fanfare” van Millen, onder bestuur van M.Rutten en het zangkoor “ Sint-Cecilia” van Val-Meer, onder bestuur van M.Mangelschots.

           

Programma

            Eerste deel

  1. Le Courageux, pas redoublé, door het zangkoor.

  2. Komische scene, door P.B.

  3. Gendarm en Dief, tweespraak door R.N. en E.B.

  4. Misrekening, blijspel met zang in één bedrijf

 

            Tweede Deel

   5. Le Combat Naval, vierstemmig koor, door het zangkoor St-Cecilia onder de directie van M.Mangelschots.

   6. Ridders van de nacht, kluchtige tweezang door L.R. en R.N.

   7. De Veldwachter
 

Oorspronkelijk drama in 3 bedrijven en 4 taferelen, door Hendrik De Zeine

    1ste bedrijf 1ste tafereel: De Moordenaar

    2de bedrijf 2de tafereel: Leed in Lijden

    3de bedrijf 3de tafereel: De onschuld zegeviert.

 

   Personen:

   Bruno de Welder : L.R.

   Cornelis Linkman, herbergier : J.H.

   Treunis Marteel, veldwachter: R.N.

   Koenraad,schoolmeester: L.B.

    Hendrik  pastoor: A.H.

  Jadoens Malp, stoelvechter: P.S.

   Samuel Levy, brillenkoopman: J.S.

   Oude vader van Welder: G.H.

   Jongste zoon, Laurens van Welder: H.H.

   Andries, koewachter: L.B.

   Pieter, hoeveknecht: E.B.

   Krelis: J.B.

   Brigadier der gendarme: H.J.

   Twee gendarmen : J.J. en H.J.

   Een bedelaar : J.S.

De handeling heeft plaats in het vlaamsche dorp Meerdijk op huidige dagen.

 

De tusschenpoozen zullen opgeluisterd worden door het orkest. Het concert zal eindigen met een prachtigen tableau.

 

In 1910 bestond het bestuur van de KJW uit:

  • Voorzitter: J.Savenay

  • Secretaris: J.Beusen

  • Schatbewaarder: R.Nivelle

  • Commisarissen: G.Huls en E.Beusen

Jozef Savenay, Jef van Renkes, werd geboren op 10 februari 1890 als zoon van Willem Savenay, jaren schatbewaarder van de Boerengilde, en Anna Jans, het rijk Anneke. Jef bleef vrijgezel en woonde later in Krukstraat, Odehof.  Hij overleed op 7 december 1971.

 

Het St-Cecilia zangkoor bleef ook niet stilzitten en op 6 augustus 1911 werd een groot inhuldigingsfeest ingericht ter ere van de opening van hun nieuw lokaal. Het lokaal bevond zich in de Rechtstraat.

In de Postrijder vonden we dit artikel:

Zondag 6 augustus groot inhuldigingsfeest van het nieuw lokaal der zangmaatschappij St Cecilia. Verschillende sociëteiten zijn reeds ingeschreven om aan dit schoon feest deel te nemen. Vorming van de stoet om 1 ½ ure, aan het nieuw lokaal, alwaar de erewijn zal aangeboden worden aan de HH voorzitters, bestuurders en vaandeldragers. Optocht door het dorp.

Prachtige concerten zullen in de feestweide gegeven worden door de deelnemende sociëteiten. Alle dus naar Fall-Mheer om aan de aangename vermakelijkheden deel te nemen. Een enkel woordje van lof over uw gegeven concert van zondag jongstleden te Kleine-Spouwen. Jongens van Fall-Mheer, de uitvoering van uw programma was meesterlijk afgewerkt geworden. Iedereen drong korter en korter naar de kiosk toe men hoorde zeggen: de zangmaatschappij van Fall-Mheer gaat zingen. Het prachtig vierstemming koor “ Les enfants de Paris” viel in de smaak van iedereen. Het handgeklap der menigvuldige aanhoorders gaf u daarvan een klaar en stellig bewijs, ja, het toonde dat uw stukken bijzonder goed gekozen waren.  Tot laat in de avond hoorde ik in Kleine-Spouwen vertellen: de jongens van Fall-Mheer zingen knap en juist.

Heden neemt gij wederom deel aan het feest van Herderen. Nogmaals zullen er velen komen luisteren naar uwe flinke uitvoering. Vooruit dus op den goede weg der muziek en ge zult goede vruchten oogsten: ’t is te zeggen men zal overal met lof met u spreken en vol  gaarne zal men de Zangmaatschappij, welke thans bloeit, zien aankomen. Proficiat jongens, gij geeft voldoening aan uwen ieverigen bestuurder, aan uwe kloekmoedigen voorzitter, in een woord, aan al de leden en vrienden uwe Maatschappij. Leve de Zangmaatschappij van Fall-Mheer.

Een oog- en oorgetuige.

 

Ook St-Cecilia had een toneelkring, dit kunnen we afleiden uit twee berichten in maart 1912.

Op 24 maart zal er door de afdeeling der Zangmaatschappij een allerschoonste AVONDFEEST gegeven worden. Men heeft wederom gezorgd voor koddige stukjes, waarover iedere aanschouwer uiterst zal tevreden zijn. In het voorbijgaande wil ik u, lieve lezer, de titels der stukken aanstippen.

De Trouwlustige, blijspel voor 3 heeren.

Spoken en Dieven, blijspel in een bedrijf.

Het ander gedeelte van het programma, niet minder schoon, bevat de volgende uit te voeren stukken: Poesken aas en de Roover, zeer aangename samenspraak.

Verder Het Bedrogen Drietal, blijspel in één bedrijf, niet alleen behaaglijk door zijnen inhoud, maar tevens lustig en uiterst vermakelijk, voor wat gebarenspel en toneelschikking betreft. Tusschen de opvoering der stukken zullen er allerschoonste kluchtliederen gezongen worden door de werkende leden der Maatschappij. Allen dus naar het schoon en prachtig lokaal der Zangmaatschappij. Ten slotte verzekeren we u dat ge er eenen  plezanten  avond zult doorbrangen. Er zal ook gezorgd worden voor lekkere en keurige dranken. Dus tot op zondag 24 maart.

 

Bravo!  Driemaal bravo voor onze jongens. De toneelmaatschappij, afdeeling der Zangsociëteit, mag fier zijn over haar buitengewoon bijval van Zondag ll.  Voorzeker aan zulk eene puike uitvoering, aan zulk een aangenamen en gezelligen avond, had zich niemand verwacht.  Ook heeft het talrijk publiek, dat zich in het prachtig lokaal bevond, aanhoudend door zijne welgemeende toejuichingen zijne uiterste voldoening te kennen weergegeven.

De lustige toespraak ‘ Kreupele en Bult “ werd opperbest weergegeven.

“ Het Bedrogen Drietal” koddige blijspel in een bedrijf viel nogmaals in den smaak van eenieder. De andere stukken van het programma behaagden eveneens aan de toeschouwers. De klucht liederen “ Asschepoetster “, “Twee Geniale Jongens “  en “ Rue St-François” verdienen eene bijzondere melding: dit laatste verwierf een buitengewonen bijval.

Ook  verdienen alle spelers een hartelijk proficiat.

 

In het zelfde jaar, op 30 juni,  organiseerde het St-Cecilia zangkoor een groot en luisterrijk festival. Volgende sociëteiten verleenden hun medewerking: 

  1. Sussen, Broederband , fanfare

  2. Kleine-Spauwen, Eendracht, fanfare

  3. Sussen, Vreugd in Deugd, harmonie

  4. Piringen, Kluchtige Kerels, fanfare

  5. Bilsen, Vrijwillige Pompiers

  6. Vlijtingen, La Concorde, harmonie

  7. Millen, Gilde fanfare

  8. Millen, Koninklijke fanfare

  9. Sichen, Werkmanszonen, fanfare

  10. Bolré, Arbeidersvreugd, zang

  11. Canne, fanfare

  12. Herderen, St-Jan, fanfare

  13. Bitsingen, harmonie

  14. Membruggen, onthoudersbond St-Jan

  15. Tongeren, Eburonenwacht, harmonie

  16. Riemst, Vélo-club

  17. Vlijtingen, Vélo-club

  18. Groote-Spauwen, fanfare

  19. Vlijtingen, Vélo-club

  20. Vroenhoven, Grensbewoners, Vélo-club

De start zal gevormd worden aan het lokaal om 1u30. Voor het vertrek zal de eerewijn aangeboden worden aan de HH. Voorzitters, Bestuurders en Vaandeldragers. Ieder sociëteit zal door loting een volgnummer ontvangen voor de stoet en uitvoering. In geval van slecht weder wordt het feest uitgesteld. Aan ieder sociëteit zal alsdan een nieuw uitnodigingsbericht gestuurd worden.

Bestonden er twee “ vélo-clubs” in Vlijtingen of was dit een vergissing ?

 

Zaterdag, de dag voor het festival, regende het de ganse dag en ook zondag begon met regen maar op tijd klaarde de hemel op en bleef het droog voor de rest van de dag zodoende het festival kon plaats hebben. In de feestweide wisselde zich zang en muziek beurtelings af.  Er was nog een klein incidentje. Rond 17u verliet de fanfare van Piringen, al spelend,  de feestweide om hun instrumenten te gaan opbergen in het lokaal van St-Cecilia. Op weg ontmoetten ze enkele mannen die hun de weg wilden versperren maar de mannen van Piringen lieten zich niet van de wijs brengen en vervolgden hun weg. Tot laat in de avond werd er gefeest en heerste er de grootste broederliefde. Het festival was zeer geslaagd.

Het bestuur van het St-Cecila zangkoor bestond toen uit:

  • Voorzitter : A.Lenaerts

  • Ondervoorzitter: P.Pirard

  • Secretaris : M.Huls

  • Schatbewaarder : A.Monard

  • Bestuursleden : S.Nivelle, A.Huyts, E.Jans, Egb. Meers,  L.Reynaerts, A.Hamers.

  • Bestuurder: B.Mangelschots.

 

Arnoldus Wilhelmus Lenaerts werd geboren op 6 mei 1839 als zoon van Arnold en Marie Catherina Beusen. Hij huwde op 28 mei 1878 met Cornelia Toppets, dochter van Mathijs en Marie Aerts. Bij zijn huwelijk werd schoenmaker als beroep vermeld. In 1841 woonde Arnoldus in de Bergstraat op het nr 150 in Mheer; in 1882 woonde hij er nog met zijn vrouw.  Arnoldus was ook jaren deken van de Boerengilde van Val-Meer, hij overleed op 17 november 1922.

 

In februari 1914 zorgde de KJW nog voor een toneelavond;  het beroemde drama “Vandermarcke”  of “ De Burgemeester van Luik “ werd opgevoerd. Er was ook tijd voorzien voor zangstukken waarbij Leopold Beusen en Renier Nivelle dapper toegejuicht werden.

In juli 1914 trok het St-Cecilia zangkoor naar Tongeren om er deel te nemen aan een groot bestendig festival, dat door ging op 12, 19 en 26 juli. Een 70-tal verenigingen hadden zich ingeschreven. Er was voor 1500 frank aan prijzen voorzien, niet niks als men weet dat bekwame dakwerkers een 4 frank per dag verdienden. Op 4 augustus vielen de Duitsers ons land binnen en de uitslag werd niet meer gepubliceerd.

Na WOI waren onze zangverenigingen terug actief. Volgens het Algemeen Belang van 3 augustus 1919 was St-Cecilia betrokken bij de inhuldiging van onze oud-strijders. De KJW organiseerde een lustig muzikaal feest op 24 oktober 1920 in de zaal St-Cecilia. Ze hadden de medewerking van 2 bekende solisten van de fanfare van Millen, G.Martens, piston solo, en N.Stassen, bugel solo. Zij zouden de tussenpauzes opluisteren.

Het programma bestond uit:

  1. Kobes en Wannes ( lustige tweezang met spraak )

  2. Advokatenrekeningen ( blijspel in één bedrijf )

  3. Onze manier van doen ( kluchtige tweezang )

  4. Schouwvager en Molenaar ( kluchtige tweezang )

  5. O, da’s niks! ( kluchtig toneellied )

  6. Oude-mansgrillen ( blijspel in één bedrijf )

  7. De ongelukkigste piot van het leger ( kluchtspel in één bedrijf )

  8. Zwikzwak en dikzak ( klucht , tweezang met spraak )

Voor de St-Antonius kermis  van 1921 leerde de KJW het toneelstuk “ Jacob van Artevelde” aan. Twee maand later, op 6 maart, voerde dezelfde kring het prachtig drama “ Ruwhart, de wreede kasteelheer”, en aangename blijspelen op. De opbrengst was ten voordele een edele zaak, de aankoop van een vaandel voor de oud-strijders. Men had reeds een geldinzameling gedaan in de gemeente maar de opbrengst was lager dan de aankoopprijs.  Op 21 augustus trokken ze met veertig zangers naar een muziekfeest te Vlijtingen, Vreugd in Deugd van Zussen zorgde voor de begeleiding, de KJW was een degelijke zangvereniging. In september trokken ze ook naar Membruggen. Een avondfeest werd, door hun toneelkring, gegeven op 13 november en op zondag 22 januari 1922 organiseerde ze een Vlaams volkstoneel in de St-Cecilia zaal.  Een puike toneelavond werd nog gegeven op 1 januari 1923 en dan valt de informatie over de KJW stil tot in januari 1924 als hun toneelkring  met St-Antonius kermis, 20 januari, het historisch drama “ De Gulden Sporenzege “ opvoerde. In maart waren er nog twee berichten over de KJW.

Op 2 maart schreef Het Algemeen Dagblad : Het toneelfeest dat heden door onze wakkere Katholieke Jonge Wacht gegeven wordt gaat onbetwistbaar een schitterend bijval te gemoet. Deze toneelavond werd verschoven naar 16 maart ter oorzake van een sterfgeval. Dit is het laatste bericht van de KJW wat we gevonden hebben. Het laatste bericht over het St-Cecilia zangkoor was toen al jaren oud, was het terug een kerkkoor geworden ? Volgens een mondelinge bron had het St-Cecilia zangkoor witte klakken waarvan de boorden met een goudkleur bezet waren.

Eind 1924 werd er melding gemaakt van een jonge toneelkring van de Katholieke Werkliedenbond, gedeeltelijk overgenomen van de KJW?

Bronnen :

Het Algemeen Belang

De Postrijder

De Bilzenaar

Gemeentearchief  Riemst  

Zangers rond 1900 ( B.Vossen )

1 juni 2011

bottom of page