Heemkring Falla-Meirs
De Nolmeertenswinning in de Bodemstraat
Jozef Kerkhofs
Op 24 augustus 1839 kocht Mathijs Kerkhofs, landbouwer en in huwelijk met Maria Beusen, wonende te Heukelom een vervallen huis met schuur, stalling, tuin en weide; tezamen aan mate 83 aren 21 ca. Het goed was gelegen te Mheer, gemeente Fall- Mheer, in de Bodem.
Reigenoten :
• Noord: Engelbert Loix en kinderen Eustachius Meertens
• Oost : Paulus Smeets
• Zuid : Gemeentestraat
• West : Arnold Raedts
Het goed behoorde in volle eigendom toe aan de gebroeders Joseph en Philip Philips voorheen fabrikanten van tabak, beiden wonende binnen de stad Maastricht. Het was hun, na inbeslagname, toegewezen door de rechtbank van eerste aanleg zittinghoudende te Tongeren bij vonnis van 3 juli 1837. De koop werd gesloten voor 2400 Fr waarvan 1000 Fr onmiddellijk betaald werd en de rest diende vereffend voor 15 maart 1841 samen met 5% intrest. Verder vermeldt de akte dat de koper het genot pas zal hebben van 15 maart 1840.
De voorgeschiedenis .
Bij de bevolkingsstelling van 1796 woonden op de Nolmeertenswinning de familie Arnold ( Nol ) Meertens ( soms ook Mertens geschreven ) en Maria Castermans . Nol werd geboren te Mheer en gedoopt te Millen op 29 juni 1743 , zijn vrouw Maria afkomstig van de Kleinstraat werd gedoopt te Millen op 26 september 1750.
Nol en Maria kregen 11 kinderen waaronder Helena , die geboren werd op 9 oktober 1787. Helena trouwde op 7 februari 1815 met Henri Thijs, geboren in Rijkhoven op 12 april 1792. Maria Castermans overleed op 2 oktober 1818, haar geburen Evrard Botty en Arnold Raedts deden de aangifte. Nol overleefde zijn vrouw; in 1827 woonde hij in Tongeren bij Henri Thijs die er winkelier en voerman was.
Henri Thijs en zijn vrouw Helena Mertens erfden of hielden de Nolmeertenswinning over rond 1830. Henri Thijs moet slechte zaken gedaan hebben, of nalatig geweest zijn en betaalde zijn rekeningen niet. Zo bleef o.a. een rekening van 100,60 Fr openstaan voor koopwaren geleverd in 1828 en 1829 door de gebroeders Philip en Joseph Philips, tabaksfabrikanten te Maastricht. Hij had ook nog vele andere schulden zoals blijkt uit de latere processtukken. Uit deze stukken blijkt dat Henri Thijs tussen 19 april 1831 en 6 september 1831 naar Val-Meer verhuisde en begin 1836 terug als herbergier en voerman in Tongeren ingeschreven was in “ hors de la porte de Liége “. Het geduld van de schuldeisers geraakte op en begin februari 1833 stapten de gebroeders Philips naar advocaat Silverijser van Tongeren om betaling te bekomen. Henri Thijs wordt door deurwaarder Breukers op 16 februari 1833 aangemaand om op 18 februari 1833 om 10h te verschijnen op de rechtbank om zich te horen veroordelen tot betaling van de som van 100,60 Fr voor afrekening van koopwaren geleverd in 1828 en 1829, te verhogen met de wettelijke intresten . Daar Henri Thijs niet verschijnt velt de rechtbank vonnis op 20 februari 1833 en veroordeelt Thijs bij verstek tot betaling van 100,60 Fr verhoogd met de wettelijke intresten en de uitgaven van het vonnis .
Hypothecaire schuldvordering
Ingevolge voormeld vonnis wordt op 19 juli 1833 een hypotheek ten voordele van de gebroeders Philips ingeschreven . Het verschuldigd bedrag is dan opgelopen tot 200 Fr n.m :
• 100,60 Fr bedrag van de veroordeling
• 15,09 Fr intresten ( 2j en 6mnd )
• 84,31 Fr kosten
Henri Thijs betaalt nog niet, zodat de kosten verder oplopen.
Verkoop na onroerend beslag
Eind 1836 verschijnen de aankondigingen ( in 't Frans ) om over te gaan tot de verkoop van het goed.
Het gaat om :
Een huis gelegen in de “ Mheere-Bodem ” , met schuur , stallen, koer met mesthoop, oven en putten. Er is een grote koetspoort die uitgeeft op de straat, genoemd “ Mheerestraat “, daarnaast is een deur die toegang geeft tot het huis en eveneens uitgevend op de genoemde straat; naast deze deur bevindt zich een kamer met een venster aan de straatkant; daarnaast bevindt zich een kamer met 2 vensters uitgevend op de genoemde straat; naast deze bevindt zich de keuken die een venster en ingangsdeur heeft die uitgeven op de koer; naast de keuken bevindt zich een slaapkamer met een venster dat uitgeeft op een klein straatje dat de aangeslagen eigendom scheidt van deze van Arnold Raedts; onder deze kamer bevindt zich een kelder die vanuit de keuken te bereiken is. Naast de keuken is de koestal met ingangsdeur op de koer; daarnaast bevindt zich de schuur met een grote poort in twee delen, uitgevend op de koer; naast deze poort is een put; achter de schuur zijn twee varkensstallen met ingangsdeur op de koer; naast deze is een plaats waar zich de oven bevindt en die eveneens dienst doet als kelder en tenslotte daaraan vast de paardenstal met ingangsdeur op de koer. Het gebouw is grotendeels opgetrokken in mergel, genoemd “ Sichersteen “. De gebouwen staan op 5 roeden 35 vierkante ellen. Achter de paardenstal is een moestuin van 6 roeden 26 vierkante ellen en daarnaast een weide met verschillende fruitbomen in volle opbrengst en metende 51 roeden 60 vierkante ellen.
De publicatie van het lastenboek zal plaats hebben op de openbare zitting van de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement Maastricht , zetelend te Tongeren op woensdag 8 maart 18 37 om 10h in de voor middag . Artikel 13 van het lastenboek voorziet dat de schuldeisers het goed instellen op 100 franken.
We vernemen ook dat de goederen bewoond en uitgebaat worden door Jean Cajot die ze in pacht heeft zonder geschreven contract.
Het vonnis
Na de zitting van 8 maart 18 37 en de bekendmaking van het lastenboek volgt op vraag van de schuldeisers:
een tweede zitting op 22 maart 18 37
een derde zitting op 5 april 18 37 en
een vierde zitting op 19 april 18 37
waarop wordt overgegaan tot de voorlopige toewijzing.
Gezien geen enkel bod werd gedaan, wordt het goed voorlopig toegewezen aan de schuldeisers voor de som van 100 Fr. De definitieve toewijzing wordt vastgelegd op 21 juni 1837. De staat van onkosten is dan opgelopen tot 622,48 Fr. Op de zitting van 21 juni 18 37 komt meester Michiels, in naam van Cornelia Hermans, weduwe van Arnold Meertens, verklaren dat haar minderjarige kinderen eigenaar zijn van 20,70 are van de aangeslagen weide. ( Arnold Meertens is een broer van Helena, echtgenote van Henri Thijs )
Op 28 juni 1837 komt de vertegenwoordiger van de ontvanger der directe belastingen en accijnzen bij de griffie van de rechtbank een hoger bod doen van 25 Fr, waardoor de totale verkoopsom op 125 Fr wordt gebracht en daarom komt de zaak opnieuw voor op 3 juli 1837
Op deze zitting doet de vertegenwoordiger van de gebroeders Philips nog een hoger bod van 5 Fr, waardoor de hoofdprijs op 130 Fr komt en de kosten oplopen tot 728,77 Fr. Uiteindelijk lopen de kosten voor de gedwongen uitdrijving en van het vonnis van toewijzing op tot 870,50 Fr en voor deze som zijn de goederen van Henri Thijs en Helena Meertens definitief toegewezen aan de gebroeders Philips.
Het vonnis telt niet minder dan 39 bladzijden en het wordt aan Henri Thijs betekend op 2 augustus 1837; deze is dan herbergier en voerman in Tongeren. Na bevelschrift van 3 september 1838 zijn de schuldeisers van Henri Thijs overgegaan tot het vaststellen van de rangorde en de verdeling van de som van 130 Fr die de prijs van de eigendom “ Nolmeertenswinning “, buiten de lasten van toewijzing, vertegenwoordigt. Op 21 december 1838 werd de volgorde definitief afgesloten. En gezien de kosten van vervolging de prijs van de verkoop ver te boven gaan; zodat de schuldvordering van de gebroeders Philips niet kan voldaan worden, dienen zij, als verkrijgers van het goed, nog 933,15 Fr te betalen aan Meester Silverijser die de gerechtelijke vervolging uitvoerde. Om het goed vrij te maken worden de hypothecaire inschrijvingen, voor zover ze betrekking hebben op de Nolmeertenswinning, geschrapt .
Dit gebeurt :
• Op 2 februari 1839 in het kantoor te Maastricht waar 15 inschrijvingen tussen 1819 en 1830 genomen werden tegen Arnold Meertens.
• Op 9 maart 1839 in het kantoor te Tongeren waar 11 inschrijvingen tussen 1831 en 1836 genomen werden tegen Henri Thijs.
Kerkhofs in Val-Meer
Mathijs Kerkhofs koopt het goed vrij van schulden en lasten van de gebroeders Philips in augustus 1839 . Nadat Jean Cajot het goed verlaten heeft neemt het gezin Kerkhofs-Beusen er zijn intrek in maart 1840 . Heel lang heeft Maria Beusen niet kunnen genieten van hun nieuwe woning want op 18 februari 1841 overlijdt ze ; ze is dan slechts 29 jaar. Later hertrouwt Mathijs met Agnes Smeets.
Met Maria krijgt Mathijs 4 kinderen :
- Renier , sterft op de leeftijd van 6 maanden.
- Everard , tweeling broer van Renier blijft vrijgezel.
- Joannes Hubertus , vader van Mgr. Kerkhofs , bisschop van Luik.
- Renier, sterft 5 dagen na de geboorte.
Met Agnes krijgt Mathijs 3 kinderen :
• Catherine Hubertine, trouwt met Paulus Palmans. Ze zijn de ouders van de Potches en grootouders van de Iefkes.
Evrard Palmans, hun zoon, was van 1921 tot 1940 burgemeester van Val-Meer.
• Cornelia Philomena, trouwt met Jan Joseph Beusen, ze zijn de stamouders “van bij de koster “.
• Mathijs Hubertus, trouwt met Cornelia Loix. Ze zorgen voor het in stand houden van de naam Kerkhofs in Val-Meer.
Vandaag wordt de “ Nolmeertenswinning “ bewoond door Ria Jans, achterkleinkind van Mathijs en Cornelia.
• Pentekening : Jean Nivelle
Bronnen :
• Processtukken in bezit van J. Kerkhofs, die hij mocht ontvangen van Ida Kerkhofs en Therése Onclin .
• Genealogie : J.Kerkhofs