top of page
De winning van Jehan

Jos Leben

  1. Een aankoop in 2019.

In oktober 2019 kochten Arnold en Edith Nivelle-Van den Bosch een winning in de Grotestraat in Val-Meer die bekend staat als “ De winning van Jehan “. Bij een eerste inspectie vond Arnold de slotplaat met markering “1642” en “J” ( in spiegelbeeld ) “Monart” als inscriptie, dit was er echter later aangebracht met koperen strookjes. Waarschijnlijk heeft een J. Monard, 200 jaar later de datum overgenomen van een oude inscriptie. Arnold maakte ook een vergelijking tussen de beschrijving van de woning volgens het kadaster van 1842 en de gevonden bouwsporen uit de 17de eeuw. “ Toen was het woongedeelte aanzienlijk groter, bovendien was het gebouw bijzonder fijn en rijk afgewerkt. Er waren meerdere open haarden aanwezig; bijzonder veel ramen met glas-in-lood vensters en houten luiken. Alle balken op de beneden en bovenverdieping hebben fijne bewerkte balkkoppen”.

Na een 2de inspectie schreef hij : Wat heel interessant is, is om te zien dat het woonhuis in twee fases is gebouwd. Een eerste relatief kleine woning uit ca 1550 ( later omgebouwd tot stalling ) en een aanzienlijke uitbreiding en herindeling 1610 – 1640 ( +/- het huidig woonhuis ). Dit is te zien in het mergelparement, de moerbalken en de dakspanten. We zijn nog steeds op zoek naar de originele ingang van het gebouw. De woning had in de 17de eeuw zeer grote kamers met open haarden op de beneden- en bovenverdieping en was ongeveer 2 keer zo groot als omstreeks 1842. Verder hebben we vastgesteld dat de poortingang aan de straatzijde niet origineel is. Op de kaarten van Villaret en de Marne stond er geen gebouw aan de straatzijde getekend. Heel waarschijnlijk is de poort er pas begin 19de eeuw geplaatst aangezien alle sporen erop wijzen dat de doorgang er oorspronkelijk niet was. Dat verklaart ook de vreemde niveauverschillen op de binnenkoer en de toegang tot het huis ten opzichte van de poort.

 

 

    2. Jonker Lenaert van Merssen tot Nyswilre.

De huwelijksvoorwaarde tussen Johan van Merssen en Thoreels werd opgesteld op 24 januari 1560 (1),  in het gezin kwamen zeker 3 kinderen: Lenaert, Arnold en Catherine.

Lenaert huwde tweemaal: een eerste maal met Françoise van Gulpen, weduwe van Jan van Eynatten en daarna met Herberta Huyn van Amstenraets, weduwe van Johan van Wittenhorst, hij overleefde beide vrouwen en bleef kinderloos (2). Sinds 1611 woonde hij in het kasteel van Nijswiller,  Michael van Schaesberg had hem dit verpand in 1611 (3). Hij was eigenaar van de Hof Mamelis en bezat ook eigendommen in Val en omgeving. In 1612 liet hij die door een beëdigde landmeter opmeten. In totaal ging het om 63 bunders, 11 groot-en 15 klein roeden landbouwgronden, een woning met schuur en stallingen inbegrepen. Buiten één gebouw met een schaliedak hadden de anderen een strodak.

 

    3. Een pachtcontract.

Op 30 juni 1622 stelde notaris Michiel Van Hamont te Maastricht een pachtcontract op tussen Jonker Lenaert van Merssen, eigenaar, en Robijn Woulters, de jonge, en zijn echtgenote Anna Schols, de pachters. Het ging om een huys, schuere, stallinghen, landen en weyden tot Fall ende daer omtrent gelegen met een totale oppervlakte van 63 bunders, 11 groot- en 15 klein roeden.. De pacht had een looptijd van 9 jaar. Voor het huis, schuur, … bedroeg de jaarlijkse pacht 2 mudden rogge en per bunder 10.5 vaten rogge Maastrichtse maat, te leveren door de pachter op eenen solder daert den Heerschappe gelieven sall binnen Maastricht of omgeving.

Daarbij kwamen nog 24 vaten haver en een broet suyckers van ses ponden, een dienst met wagen en paarden voor 2 dagen tot Luik, Maastricht of omgeving, het laten overwinteren van 2 rentbeesten en het plantte van 3 appelbomen per jaar.

Aan een 10-tal organisaties moest hij ook lasten betalen waaronder:

  • Den Armen van St Jan tot Luik: 4 mud en 4 vaten spelt

  • Het Begijnhof van Tongeren: 5 vaten rogge

  • Den Heylighen Gheyst Tongeren: 14 vaten rogge

De landbouwgronden werden niet vergeten: afmetingen moesten gerespecteerd worden, omruilen van gronden was verboden, het bemesten, …..

De pachter stond ook in voor het onderhoud van de strodaken en wanden van de gebouwen.  Voor het schaliedak was de eigenaar verantwoordelijk, maar de pachter stond wel in voor het eten en drinken van de werklieden.

Indien er door regenval, hagenslag of dergelijke een gedeelte van de vruchten zouden beschadigd worden, moest de pachter de eigenaar binnen de 3 dagen op de hoogte stellen waarna een controle volgde die een korting op de jaarpacht tot gevolg kon hebben. Er werd ook een paragraaf besteed aan de overdracht van de landbouwgronden bij het beëindigen van het contract.

Het contract vermeldt ook het volgende: Voor alle welcke voorschreven voorwaerden clausulen puncten ende conditien well t’onderhouden ende naer te coemen mits gaeders voor de goede jaerlijcxe betaelinghe van voorschreven pacht ende t’achteheyt die den pachter voor hen ende in naeme van sijnen vaeder sall bevonden worden bij goede weerkeringhe schuldich ende te cort te sijn van verloepe pachten der voorschreven landen ende goederen heeft de selve pachter met sijnen huijsvrouw voorgeschreven verobligeert ende mits desen overgedraeghe tot behoeft van sijnen voorschreven heerschappe alle zijne goederen erve ende geeynde hebbende ende vercrijgende soe van bestiaellen jaerlijcxe vruchten als anderstints om in cas van eenen gebreeck, soe van jaerlijcxe betaelinghe des voorschreven pachts als eenighe andere voorschreven conditien, t selve daer aen te meughen erhaelen.

 

    4. Het testament (2).

In Nijswiller dicteerde L. van Merssen zijn testament op 12 mei 1643, hij was ziek en te bed liggende.

Hij wou in Climmen begraven worden in het graf van zijn 2de vrouw naar Kristelijk en Katholieke gewoonte. Aan de armen van Climmen en Vijlen sal gebacken ende gedistribueert worden ses malderen roggen eens om voor syne siele te bidden. Zijn naaste medewerkers werden niet vergeten, ze ontvingen enkele rijkdalers.

Jonker Lennart Christoffel van Merssen, kleinzoon van zijn broer Arnold, ontving vooruit de Hof Mamelis met alle bijhorigheden.  De rest van zijn eigendommen moesten na zijn overlijden verdeeld worden onder:

  1. Jonker Lennart Christoffel van Merssen

  2. Jonkvrouw Marie van Merssen, dochter van Arnold

  3. Jonker Jan Rave(n) tot Amby, die met Catherine van Merssen, zijn zus, gehuwd was. Zij woonden in Amby in het Ravenhof en hadden zeker 3 kinderen:

    • Maria Leonora, geboren circa 1591, huwde voor 1627 met Jonker Jan Schenck van Nydeggen ( + 1632 in Duitsland ) met wie ze 3 kinderen kreeg waaronder Johannes Hendrickus. Leonora overleed op 29 december 1666.

    • Hans Leonardus

    • Johan Franciscus, hij huwde in 1632 met Christina Loon, weduwe van Jonker Fancisco Capelle. Hij woonde te Linnerweerd ( Linne Ndl Limburg ) in het kasteel Ravenburg, ook Ravenhof genaamd. (4 )( bron: www.Janruiten.nl )

 

Jonker Lenaert van Merssen tot Nyswilre stierf in het kasteel van Nijswiller op 10 juli 1643.

Kasteel van Nijswiller ( internet )

     5. De verkoop.

Op 26 mei 1662 verkocht jonker Hans Leonardus Rave zijn deel ( 50 % ) van de pachthoeve in Val en omgeving aan eerwaarde heer Guilhelmus Scillarts, gewezen kanunnik der collegiale kerk van St-Servaes binnen Maastricht. Bij de hoger beschreven eigendommen kwam er nog 7 bunders en 14 groot roeden pachtlanden bij.

Hij verkocht zijn deel voor 14000 gulden waarvan hij 3500 gulden ontving. De afbetaling van het resterende bedrag moest gebeuren met een minimum van 3500 gulden en ondertussen ontving hij rente hierop.  

Op 26 juni 1662 verkocht Maria Leonora Rave haar deel, ook 50%,  ook aan G. Scillarts, die 9158 gulden betaalde en voor ongeveer iets meer dan 4000 gulden aan schulden overnam.

Op 7 juli 1662 kocht Johan Franciscus Rave het deel dat zijn broer op 26 mei verkocht had, hij kon dit dankzij beschud en vernadering. Hij betaalde 3547 gulden, 7 stuivers en 2 ort ( kapitaal, interest en kosten ) en hij nam de schuld van 10500 gulden aan zijn broer over.

Op 20 september 1662 verkocht Johan Franciscus Rave het deel dat hij op 7 juli gekocht had aan Catherina de Simonis voor 15000 gulden. Dezelfde dag loste hij zijn schuld aan zijn broer af;  buiten de 10500 gulden betaalde hij nog 220 gulden interest.

Op 7 oktober 1662 kocht Catherina de Simonis van G. Scillarts het deel dat hij op 26 juni gekocht had.

 

     6. Een pachtoverdracht.

Voor notaris G. Ormelinghen liet pachter Robijn Wo(u)lters op 3 mei 1665 een pachtoverdracht noteren van een pachthoeve binnen het dorp Val gelegen ten gunste van zijn neefje Hendrick Schols en echtgenote Oda Mertens. Robijn pachtte dit reeds sinds 1622 en recent had hij nog een pachtcontract ondertekend met C. de Simonis. Hendrick nam niet alleen de hoeve en landbouwgronden over maar ook alle beesten: paarden, koeien, varkens, schapen, hennen en hanen. Daarbij kwam ook nog de huysraet met wagens, kerren en ploegen en alles wat er toebehoorde behalve 2 kisten die hij aan zijn zussen, Anneken en Aleid, moest geven. Bij hun meerderjarigheid kregen de zussen ook ieder een koe. Hendrick moest Robijn ook van kost en inwoon voorzien en dit zolang Robijn leefde. De 17 roeden landbouwgrond, in eigendom van Robijn, erfde hij na diens overlijden maar tot dan moest Hendrick die gratis bewerken en een rente van 52 gulden 7.5 stuivers betalen op een geleend bedrag van 800 gulden. Uiteraard nam Hendrick alle lasten over die Robijn en C. de Simonis waren overeengekomen, indien Hendrick dit niet kon volbrengen, verviel de overeenkomst.

Binnenkoer winning van Jehan ( foto HK Val-Meer )

      7. De families de Simonis en de Schell

Pierre de Simonis en Joanna de Liverlo huwde op 12 januari 1602, hun eerste kind, Catherina, werd gedoopt te Luik in de kerk van Notre Dame aux Fonts op 16 augustus 1603. In het gezin kwamen er nog 7 kinderen. Op 19 november 1657 verdeelden Pierre en Joanna hun eigendommen onder 4 kinderen: Catherina, Gilles, Pierre en Maria. Deze Maria, gedoopt op 7 mei 1621, was gehuwd met Jean-Pierre de Schell, licentiaat in de rechten.

De erfenis zal Catherina wel de middelen gegeven hebben om de winning te kopen.  Uit een document van 3 april 1669 vernemen we dat ze hier ook tijdelijk verbleef: de eerbaere joeffrouw Catherina Simonis tegenwordich wesende tot Fall …. aldus geschiet bijnnen Fall ten woonhuijs van die voorschreven jouffrouw.

We hebben geen overlijdensakte van Catherina gevonden en ze liet geen nakomelingen na. Haar eigendommen in Val gingen naar haar zus, Maria, en schoonbroer, Jean-Pierre de Schell. Haar broer, Pierre, Heer van Betho, erfde de bezittingen van zijn broer Gilles, die kanunnik was. 

Een testament van Catherina hebben we ook niet teruggevonden maar wel dat de familie de Schell de winning en landbouwgronden in hun bezit had:

  • In 1652 was een weide in de Mielestraat eigendom van de erfgenamen van L. van Merssen, in 1671 was dit Catherina en in 1694 waren dit de erfgenamen van J.P. de Schell.

  • In 1708 was de winning eigendom van de Schell.

  • In 1691 kwam Catherina de Schell de rente opeisen op een gedane lening van het jaar 1671 van haar tante Catherina de Simonis zaliger.

Jean-Pierre en Maria werden in de parochiekerk St-Servaes te Luik begraven, het grafschrift luidt: Cy reposent noble seigneur Jean-Pierre de Schell, seigneur de Brustem, conseiller de la souveraine justice de Liège, des Etats reviseurs & jadis bourguemaitre, lequel ayant servi son Prince & Patrie en diverses lagations, mourut l’an 1689 le 5 de septembre âgé de 77 ans & noble Dame Maria de Simonis son épouse, décedée dans l’an 1693 le 2 septembre âgé de 72 ans.

      8. De familie Nelissen.

Jan Nelissen van Zussen huwde rond 1681 met Maria Raedts. Hun eerste 2 kinderen werden in Bolder geboren en het 3de op 8 december 1684 in Val. Ze waren dus verhuisd naar Val tussen 13 april 1683, geboortedatum 2de kind, en eind 1684.

Uit 2 documenten van resp. 1699 en 1700 vernemen we dat Jan Nelissen eigendommen van de heer Schell van Luik in pacht had.

….. ende coopende vijff groot rooden ackerlants in stucken waer van drij groot rooden gelegen sijn boven Fall regenoten naer Fall suster Margriet Vandenbosch, naer Sichen Jan Nelissen als wen van den heer Schell tot Luijck, naer Meir den cooper met die wederdeijlinge, naer die Jeecker rlt Aert Tans, ….. 17 maart 1699 ( Val_15_86 ).

Anno 1700 den sesthienden dach junij is voor mij …… ses groot roden gelegen aen de Heijde regenoten naer Millen Lenart Reners op de sijde naer Meir Jan Nelissen als wen van den heer Schel tot Luijck, naer Elst de Heijde naer Fall Jean Bouveroije ( Val_15_106 )

Op het einde van de 17de eeuw was er ook een Nelissen schepen bij de justitie van Val, zijn voornaam werd echter niet vermeld: …. Op heden den 26 novenbi 1686 present L: Vandenbosch scholtes, Paul Vandenbosch en Nelissen schepenen was onderteeckent Paulus Vandenbosch schepen ( Val_14_153 ).   Cornelis Nelissen, jongste zoon van Jan en Maria , volgde zijn vader op als pachter en hij was ook schepen van voor 1735.  Na hem kwam zijn zoon Pierre, hij werd ook schepen en pachter.

…. Naer de Eijckstraet Nelis Nelissen als wenne van den eed: domheer Schelle van Luijck, …… op den 19en 8 bris 1729… ( Val_16_ 153 ).  Drie zonen van J.P. de Schell werden kanunnik, dit moet Fabius de Schell geweest zijn.

Meer dan een eeuw pachtten drie generaties Nelissen de winning en aanhorigheden.

Lijst met de schepenen anno 1735

      9. Nieuwe eigenaars.

Den 20 dagh ( geen maand vermeld ) des jaar 1764 voor ons schepenen en lateman in de chinshoff van Arenborg toebehoorende den seer eed. en wel geboren heer Jacq. François Baron de Mean vrij heer van Meer en Boler compareerden den eers. Peter Nelissen als voorganger of mandataris van den heer d’Omalius griffier, denwelcken in qualiteijt voorschreven heeft verleg t’ontfangen en te releveren naar doodt jouffr. Catherina de Schelle de navolgende gespecificeerde goederen voor onsen hoff moverende,

Voor eerst die winninge, hoff en moeshoff gelegen binnen Fall regten  naar Sichen die Gemeynstraet, naar den Jeker rta ( weduwe ) Jan Alexandre,  naar Meer het gemeyn velt.

Item noch darthien groot roeden weijwass gelegen binnen Fall Milesteeg, regten naar den Jeker die voorschreven Milesteege, naar Meer de selve, naar Herderen Rta Paulus Mertens, naar Maestrigt rta Joannes Stoding. Dit is de weide in de Mielstraat waarvan bovenvermeld sprake.

Er is nog een lijst bij van andere landbouwgronden maar het totaal ligt verre van de oorspronkelijke 63 bunders.

Jean Baptiste d’Omalius werd geboren te Luik op 6 februari 1706. Hij huwde op 2 juli 1745 met Catherine Françoise de Villenfragne.  Zij hadden meerdere kinderen waaronder Marie Julianne, geboren op 11 juni 1754 te Anthisnes. Catherine Françoise overleed op 3 maart 1759, 34 jaar, zij was de dochter van Noël en Suzanne Marie de Miloni.

Marie Julianne huwde op 6 juli 1776 te Neufchateau met Jacques Quentin de Thierry, geboren op 22 september 1751 te Neufchateau. Hij was heer van Houdrigny en werd in 1822 in de erfelijk adel erkend.  

 

Jean Baptiste d’Omalius overleed op 17 oktober 1784 en bijna 2 jaar later liet Pierre Nelissen het volgende optekenen. 

Voor ons meyer en laeten in de chinshoff van Arenborg sorterende onder Meer en Boler en daer ontrent toestaende de hoog edele hooggeboorene mejuffrouw baronne De Mean vrouwe van Meer en Boler; compareerde den eers. Peter Nelissen van Falle en heeft als mandataris en door bevel van den edelen heer Quintinus De Thierry heer van Houdrigni als eheman van mevrouw Juliana D’Omalius in die qualiteit als erffgenaem van wijlen D’heer D’Omalius  doen leeffde griffier tot Luyk vaeder en schoonvaeder respectieff, verzoght te releveren en te ontfangen nae doodt van wel gemelde heer D’Omalius griffier dese naevolgende parceelen van erven alhier voor ons mouverende en den wel gemelde heer Quintinus De Thierry toestaende

In den eersten huys, hoff en moeshoff gelegen en gestaen binnen den dorpe Fall; reyngten naer Zichen de Gemeynestraet, nae den Jeker de Rtla Jan Alexander, naer Elst het gemeen veldt, naer Meer Milestege.

Bijgevoegd was dezelfde lijst met landbouwgronden als in 1764.

Jacques Quentin de Thierry overleed op 16 februari 1834 te Luik.

 

      10. Pierre Nelissen

Pierre werd geboren te Val en gedoopt op 21 oktober 1722 als oudste zoon van Nelis en Maria Jans.

Bij de bevolkingstelling van 1796 woonden volgende bewoners in de winning van Jehan:

  • Pierre Nelissen.  

  • Cornelis Nelissen ( 38 jaar ),  oudste zoon van Pierre

  • Ida Smets, echtgenote van Cornelis

  • Nicolas Nelissen ( 16 jaar ), jongste zoon van Pierre

  • Marie Sarug ( 18 jaar ), meid

 

Op 28 fructidor an8 ( 1 september 1800 ) stelden de 78-jarige Pierre en Jacques Quentin de Thierry een pachtcontract op:   

 

Prijs van het contract:

  • 104 muds van Luik spelt aan 15.79 FF         :           1642.16 FF

  • 25 vaten van Tongeren rogge aan 3.13 FF :                78.25 FF

  • Belasting ten laste van de landbouwer :                      244.73 FF

  • Totaal :                                                                      1965.14 FF

De totale oppervlakte van landbouwgronden, tuin, woning en stallingen was 36ha 61a 35ca, waarvan 18 ha in Val-Meer en 11 ha in Zichen-Zussen-Bolder en de rest in Millen, Wonck, Rukkelingen en Bitsingen. Ter vergelijking met de oorspronkelijke 63 bunders is dit duidelijk minder.

Pierre overleed op 20 maart 1805, na 3 generaties en meer dan 100 jaar pachting verlieten de Nelissen de winning van Jehan. Cornelis Nelissen stierf in 1816 in zijn woning in de Kleinstraat en Nicolas trok naar Zichen-Zussen-Bolder.

Met grote waarschijnlijkheid werden ze afgelost door Joseph en Agnes  Dumont – Kersten. Zij vestigden zich in Val-Meer tussen 9 oktober 1806 en 6 januari 1809. Joseph was afkomstig van Gutschoven en Agnes van Lauw, ze huwden in Horpmaal en bleven er wonen tot 1806. Ze bleven in Val-Meer tot na 19 februari 1835, in 1840 woonden ze in Gutschoven. Hun zoon, Daniel, keerde terug naar Val-Meer voor 29 oktober 1840 en pachtte de Camuswinning.

 

      7. De familie Monard.

Silvester Fastré Monard werd gedoopt te Vivignis op 26 maart 1786.

Doopakte van Fastré Monard ( parochieregister Vivignis)

Circa 1821 huwde hij met Marie Elisabeth Bertrand, gedoopt te Rukkelingen a/d Jeker op 27 juli 1797. Hun 1ste kind, Elisabeth, werd geboren te Oupeye op 14 juli 1822, een 2de, Jean, volgde op 16 november 1823 te Haccourt en een 3de, Marie, op 26 december 1826 te Fexhe-Slins. Het beroep van Fastré was telkens landbouwer en het gezin was ook telkens inwoner deze gemeentes. Na 1826 kwamen er nog 3 in Fexhe-Slins waarvan de laatste, Maria Anna, op 14 december 1836, op 6 november 1838 volgde haar zus, Maria Catherina, te Val-Meer.  Na Maria Catherina kwamen nog 2 meisjes in Val-Meer waarvan de jongste na 1 maand overleed. In 1833 had het gezin ook reeds afscheid moeten nemen van Eustache, 3 jaar. 

Fastré en zijn gezin verruilden Fexhe-Slins voor Val-Meer in 1837 of 1838. Feitelijk woonde het gezin in Tilice, een gehucht van Fexhe-Slins. Zouden ze in de “ Ferme de Tilice gewoond hebben ?

 

Volgens de mondelinge overlevering kwam Fastré en Elisabeth met een zak vol geld naar Val-Meer en kochten ze de winning met de landbouwgronden. Het moet een grote zak zijn geweest want Elisabeth, Fastré was overleden in 1858, leende 800 BF aan het kerkfabriek om het orgel te helpen betalen. Een gemeentesecretaris had een jaarloon van 250 BF en de burgemeester 127 BF. 

Pastoor Moors schreef er het volgende over:

De kerkfabriek was verschuldigd aan de weduwe Silvester Monard, Elisabeth Bertrand, eene som van achthonderd franken die zij geleend had voor gedeeltelijk het orgel te kunnen betalen. Gezegde Elisabeth Bertrand heeft de achthonderd franken aan de kerk gegeven op voorwaarde dat er jaarlijks twee jaargetijden zullen gedaan worden. Een jaargetijd voor Silvester Monard zaliger, een jaargetijd voor Elisabeth Bertrand na haar dood.

Naderhand noteerde hij:

  •  In plaats van dat jaargetijd voor Elisabeth Bertrand zal men zoo lang zij leeft jaarlijks een mis zingen ter eer O. L. Vrouw tot haren intentie.

  •  Dit jaargetijd en de mis worden betaald uit de opbrengst van het fabriek en zijn op het budget gebragt van 1871.

  • De beschikking is gedaan met toestemming der geestelijke overheid van Luik.

Elisabeth Bertrand is overleden ( 28 september 1872 ) zoo dat het jaargetijd voor haar wordt gedaan. Het jaargetijd voor Silvester Monard is gesteld op den 23 december en voor Elisabeth Bertrand den 28 september.

De verkoopakte van de winning hebben we niet teruggevonden, de juiste aankoopdatum kennen we dus niet. De voorkant vermeldt het jaartal 1833, heeft J. Q. de Thierry dit nog laten bijbouwen?

 

Volgens het kadaster van 1842 bezat F. Monard in 1845 bijna 26 ha eigendommen in Val-Meer en 6ha in Zichen-Zussen-Bolder.  De woning had klasse 2 : Eens gelijks groot pachthoef, zijnde gebouwd van zavelblokken en gedekt met schalien, hebbende eene schoone bovenplaetse, twee schoone en kleine beneden plaetzen en schoone aenhoorigheden.

Kadasterplan 1842 van een gedeelte van de Grotestraat

D1021 is de winning van Jehan, D1010, 1018 en 1019 waren boomgaarden en D1020 was een tuin, allen met Fastré Monard als eigenaar.

D989 was eigendom van Paul Keulen en familie.

Tussen D1010 en D1018 bevond zich de Mielestraat.

De percelen D1023 ( woning ) en D1022 en D1024 waren in bezit van Jan Alexanders ( ook Alexander of Alexandre geschreven ) en familie.

 

 

Hun oudste zoon, Jean, was circa 14 jaar toen ze in Val-Meer aankwamen, heeft hij de inscriptie J ( in spiegelbeeld ) Monart 1642 geschreven?

Jean huwde een 1ste maal met Maria Daenen en na haar overlijden in 1866 een 2de maal op 28 oktober 1868 met Cornelie Jans ( ° 1840 ).  In 1882 woonde het gezin Monard – Jans op de winning. Jean overleed in 1900, hebben de Vallenaren niet Jean maar Jehan ( Franse uitspraak ) gehoord en kreeg de winning hierdoor de naam de “Winning van Jehan”.  Jan, hun oudste zoon en geboren in 1869, bleef op de winning wonen en naderhand diens zoon Jan Joseph in huwelijk met Judith Vandenbosch van Jute. Hun dochter, Marie-Jeanne werd de laatste Monard eigenaar, ze stierf op 25 juni 1992, slechts 46 jaar.   Haar nakomelingen verkochten de winning enkele jaren later en zo verdween na meer dan 150 jaar de naam  Monard als eigenaar en bewoner.

 

Bronnen:

  • (1) : De Maasgouw september 1913.

  • (2) : De Maasgouw november 1910.

  • (3) : Zuid Limburg: Vaals, Wittem en Slenaken / Nijswiller

  • (4) : www.janruiten.nl
     

  • Historische Schets van Val-Meer ( J.Jackers )

  • Hof van Arenborch ( Rijksarchief Hasselt )

  • Schepenbank Val ( Rijksarchief Hasselt )

  • Kadaster 1842 ( Rijksarchief Hasselt )

  • Bevolkingsregister 1796 en 1882

  • BS van Val-Meer

  • Geneanet

  • Info A. Nivelle. 

 

Jos Leben

26 oktober 2019 / 11 februari 2023.

bottom of page