Heemkring Falla-Meirs
Joodse oorlogsweesjes vinden onderdak in Val-Meer
Jozef Jackers
Het verhaal van de bewogen jeugdjaren van Anneke Beekman en Betsy Meljado behoort vandaag nog tot ons collectief geheugen.
De publieke opinie in België en Nederland is erg gevoelig geweest voor de behandeling van beide joodse kinderen. Tijdens de oorlogsjaren beleefden ze trauma's; scheiding van hun ouders en angst om hun lot sloegen diepe wonden in de tere kindergeesten. En als deze weeskinderen, 'hun ouders stierven immers allen in de uitroeiingskampen', de zo lang verbeide bevrijding meemaakten, beleefden ze een tweede akelige nachtmerrie. Nu werden de kinderen, die een katholieke opvoeding kregen in warme familiale structuren, opgespoord door een joods-orthodox netwerk, om ze te plaatsen onder eigen invloedssfeer. Kloosteroverste Jacomina zou zorgen voor asiel in Val-Meer.
Anneke Beekman
Op 20 juni 1943 werden de joodse ouders vanAnneke Beekman door de Duitsers uit Amsterdam ontvoerd.
Zij uitten als laatste wens: "Over het lot van ons kind mogen we tenminste gerust zijn. Dit geniet bij brave lui te Hilversum een goede opvoeding. En moesten we na de oorlog niet terugkeren, dan zullen de dames Van Moorst voor het kind blijven zorgen."
De ouders van Anneke zijn helaas nooit weergekeerd. Ze werden samen met miljoenen andere joden doodgemarteld of stierven een gruwelijke dood in de nazi-gaskamers.
Anneke Beekman was op het ogenblik van de deportatie reeds drie weken bij de familie Van Moorst die een net landgoed bewoonde te Hilversum.
Zij werd er op 27 mei 1943 gebracht door een Nederlands verzetsleider, nadat het gezin zich vooraf akkoord had verklaard om een joods kind van drie jaar op te nemen. Ondanks bedreiging met doodstraf hebben de drie gezusters Van Moorst de levensgevaarlijke taak op zich genomen, een joods kind te verbergen. Zonder rantsoenbonnen zorgden ze helemaal gratis voor kost en inwoning en daarbij wisten ze het kind in de beste voorwaarden op te voeden. Wij weten allen met welke straffen de nazi's dergelijk vergrijp tegen het arische ras beboetten. Veel liefdadigers hebben dit met dedood bekocht. Maar dit alles heeft de juffers Van Moorst geen ogenblik afgeschrikt. Zij hebben het joodse meisje tegen de Duitse vernietigingskampen beschermd, maar zij hadden toen niet durven vermoed-en dat zij het meisje ook zouden moeten behoeden tegen het optreden van een joodse organisatie na de bevrijding.
Dit is de spil waar dit controversiële verhaal om draait.
Anneke, het meisje dat al de oorlogsjaren ondergedoken leefde in het landhuis Van Moorst te Hilversum, mocht er na de oorlog regelmatig bezoek ontvangen van een achternicht van haar vader. Deze dame, ook een jodin, werd er goed ontvangen en bleek er helemaal akkoord mee dat Anneke daar haar verdere leven zou verblijven. Zij drong zelfs aan dat de dames Van Moorst het kind zouden laten dopen, daar het toch een katholieke opvoeding had genoten.
Op zeker ogenblik kwam er ook een andere joodse dame die zich heel voorkomend gedroeg tegenover de familie Van Moorst. Zij kreeg zelfs de toelating om met het meisje te gaan wandelen. Totdat op zekere dag Anneke wenend thuis kwam en zei: "Mama, ik wil nooit meer met die dame gaan wandelen, die wil me van school weghalen en meenemen; ik wil niet van u weg!". Op dat ogenblik begon een naoorlogse joodse organisatie, die tot doel had uitbestede kinderen te ontdekken, bezoeken af te leggen. Stel u de verontwaardiging voor van de familie Van Moorst die nu vernam dat het kind moest afgestaan worden aan vreemde joden. Van dan af begon de echte tragedie voor Anneke en haar pleegouders.
Betsy Meljano
Terwijl in België en Nederland de agitatie rond het geval Beekman groeide, zat Betsy Meljado ergens in Nederland in een schuiloord met de dood in het hart. Het meisje heet eigenlijk Rebecca Meljado. Zij is de dochter van Isaac Meljado en Rosette van Kreveld, een liberaal joods gezin dat tijdens de oorlog te Amsterdam woonde en op 11 juli 1940 geboren werd. Beide ouders zijn doodgemarteld in een Duits concentratiekamp waar zij op 21 september 1943 werden overgebracht.
Rond deze periode werd hun dochtertje door een Nederlandse illegale werker, Jacob Musch uit Amsterdam, die tijdens de bezetting sneuvelde, uitbesteed bij de familie van Hoogdalem in Heerlen. Zowel voor Betsy als voor Anneke, die de gruwelijke oorlogsjaren overleefden, begon dan de affreuste tijd uit hun bewogen leven. Huiszoekingen, spionageopdrachten, verhitte kamerdebatten en processen volgden elkaar in snel tempo op. Schakingen en bevrijdingen werden op het getouw gezet.
Naar Val-Meer
Op 24 februari 1949 is Betsy Meljado in gezelschap van Anneke Beekman en haar pleegmoeder, stiekem de Belgisch-Nederlandse grens overgestoken en opgenomen in het klooster van de Zusters van Liefde te Val-Meer. Op vraag van pastoor Goossens werd de identiteitskaart van Trinette Poesen, nu woonachtig te Leuven, bij deze geheime grensovergang gebruikt.
Anneke, eerder tenger, heeft onder die verschrikking erg geleden. Betsy daarentegen was sterker; beiden waren zeer begaafde leerlingen.
De oorlogsweesjes werden meer dan eens op tijd door een kloosterzuster naar de vunzige kelder onder de eeuwenoude Severinuskapel gebracht tot het gevaar geweken was. Want op vliegvelden en grensposten werd uitgekeken en de Belgische rijkswacht samen met de Nederlandse rechercheurs togen met arrestatiebevelen in de hand als dieven in de nacht op zoek naar de katholiek geworden meisjes. Zij werden beiden gedoopt in 1949 na hun aankomst in Val-Meer. Beide meisjes leefden onder een schuilnaam als de zusjes Anneke en Betsy van Laar. Onder deze schuilnamen deden zij als zusjes in de kapel hun plechtige commu-nie op 8 juni 1952.
De dorpsgemeenschap kende beide kinderen. Het waren kinderen van Meer die 'plat' spraken op de speelplaats van hun dorpsschool. Tot september 1953 leefden de meisjes relatief vredig in ons klooster.Doch toen men hier in het klooster een klein ziekenhuis oprichtte, vertrok Betsy in 't geheim naar het instituut van de ursulinen te Sint-Truiden.
Maar enige jaren later werd Betsy aan de Nederlandse autoriteiten uitgeleverd en in handen van de joodse gemeenschap overgedragen. De verdere lotgevallen van Betsy bleven duister.
Anneke vond een nieuw schuiloord in het Home de la Vierge des Pauvres te Banneux. Door een Nederlandse gerechtelijke beslissing was de jacht op het weesmeisje en haar pleegmoeder weer open. Weer kwam men hen op het spoor, doch zij konden tijdig hun biezen pakken naar Frankrijk.
Op 21 november 1961 werd Anneke meerderjarig. De joodse organisatie had haar jacht inmiddels gestaakt.
Eind goed, al goed: Anneke trouwde op 25-jarige leeftijd met ingenieur Michel Fournier in de Sintte Hilversum.
Moeder-overste Jacomina, die zich een tijd schuilhield wegens haar veroordeling in verband met de twee oorlogsweesjes, keerde terug naar Val-Meer op 9 september 1956 om er de eeuwviering mee te maken. Zuster Jacomina, geboren Antonia Verspeek, overleed in oktober 1979 te Zonhoven.
Een witboek
In 1954 werd een witboek gepubliceerd door de Israëlitische kerkgenootschappen dat handelt o.a. over krantenproblematieken en gerechtelijke uitbetreffende Anneke en Betsy. Dit boek belicht de verdwijning van beide oorlogsweesjes vanuit een joodse invalshoek. Ook wordt hierin de katholieke houding in vraag gesteld.
Nabeschouwing
De denkbeelden van de katholieke gemeenschap vonden hun voedingsbodem in de toen geldende optiek van zieltjeswerving. Tijdens de vijftiger jaren constateerde men echter een duidelijke, op verzoening en dialoog gerichte opening naar het jodendom. Het antisemitisme van overijverige katholieken gleed over in oecumenische verdraagzaamheid.
Eind april 1950 werd te Luik een joods gedenkteken onthuld. Bij deze gelegenheid zei een joodse rabbijn in zijn toespraak dat zonder mgr. Kerkhofs nog meer doden te betreuren waren in de joodse rangen door de 'shoah' j
(joodse uitroeiingskampen) Ook werd herinnerd aan het feit dat de opperrabbijn van België geruime tijd tijdens de oorlog '40-'45 als verstekeling verbleef in de bisschoppelijke vertrekken te Luik.
Docudrama 'ANNEKE'
In 1996 zorgde de befaamde theatergroep Ozzy uit Riemst voor een historische evocatie van de lotgevallen van Anneke Beekman. In de sfeervolle kloostertuin met de neogotische mergelstenen gevel als decor werd een groots docudrama opgevoerd in Val-Meer.
Bronnen:
Afbeeldingen: Collectie V.Medaerts.
Witboek, De verdwijning van Anneke Beekman en Rebecca Meljado. 1954
Informanten: Oud-leerlingen en kloosterzusters.