Schoorsteenbouwers uit Val-Meer
R.TYTGAT
Op het einde van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw was Val-Meer gekend om zijn schoorsteenbouwers. In Val-Meer had je rond de eeuwwisseling in 1900 twee welgestelde groepen van mensen n.m. enerzijds de boeren en anderzijds de schoorsteenbouwers die niet altijd goed met elkaar konden opschieten. Meermaals werden vetes tussen elkaar uitgevochten op de rechtbank. Een voorbeeld van een welgestelde schoorsteenbouwer is Pierre Nivelle die een lening gaf aan De Vrije Burgers bij hun oprichting in 1896 van 1300 Fr , terug te betalen zonder intrest en naargelang de mogelijkheden van de fanfare. Met deze som kon je in die tijd een mooi huis kopen of bouwen.
Schoorsteenbouwers werden goed betaald maar moesten er ook veel voordoen. Vooreerst was er een groot veiligheidsrisico en dit zeker voor de schoorsteenherstellers. Jozef Toppets stierf in 1952 tijdens het herstellen van een schoorsteen toen een van de banden rond de schoorsteen het begaf die gebruikt werden bij herstellingen. Anderzijds was het een gezinsonvriendelijk beroep, maanden weg van vrouw en kinderen. Telefoon bestond nog niet en op een brief uit een ver land moest men soms weken wachten en gedurende al die tijd zat het gezin zonder nieuws en was moeder de vrouw verantwoordelijk voor het in vele gevallen groot gezin. Regelmatig kunnen we lezen op de geboorteaktes van die tijd dat de vader, schoorsteenbouwer, afwezig was bij de geboorte van zijn jonge spruit. Val-Merenaren bouwden schoorstenen in o.a. natuurlijk in België, Nederland, Frankrijk, Spanje, Noord-Ierland…maar ook volgens de mondelinge overlevering in Rusland en zelfs tot India ging men schoorstenen bouwen. Ongehuwde kerels trokken naar deze verre landen, gedurende maanden werd er hard gewerkt en veel geld verdient. Op de terugweg werd en dan veel plezier gemaakt in zulke maten zelfs dat bij de thuiskomst de geldbeugel leeg was en naar een volgende opdracht vertrokken werd. In 1976 verscheen naar aanleiding van een gesprek met Albert en Servais Nivelle volgend artikel in" Het Belang van Limburg".
Albert en Servais Nivelle ( Val-Meer ) laatsten der schoorsteenbouwers?
Huizenhoge schoorstenen, van op kilometers afstand zichtbaar, zijn de levenloze merktekens van een industrie vestiging. Diezelfde schoorstenen, actief ofwel verlaten in een desolaat landschap dat eens een industrierijke zone moet zijn geweest, vormen evenveel stille getuigen van de roekeloze bouwers die steen voor steen die immense, hemelhoge constructies hebben gerealiseerd. Als we onderaan dergelijke mastodont staan, en dan hoog boven ons de top van de schoorsteen ontwaren, moeten we toch even diep ademhalen en met veel respect denken aan de mannen die met monnikengeduld dit alles hebben mogelijk gemaakt. Het moeten ook wel erg dappere mannen geweest zijn, die iedere dag weer naar boven moesten klauteren, met de wetenschap dat het misschien de laatste maal was dat ze de steile klim maakten, want een ongeluk op dergelijke hoogte is vaak onafwendbaar, zoals dit ook op de begane grond of diep in de aarde mogelijk is. Maar dit alles kon hen niet deren. Zij deden hun werk met stielkennis, met liefde als het ware en met de gedachte aan de hoge verdiensten, want hoe groot het risico ook was, des te groter was het bedrag dat na afloop diende neergeteld voor de bouwers.
Wij stellen dit alles steeds in het verleden tijd zoals de lezer al zal bemerkt hebben. Inderdaad, dit geldt immers ook een beroep dat stilaan tot het vergetelhéid gaat behoren, want de kloeke mannen van weleer hebben niet langer opvolgers kunnen vinden en anderdeels, de bouw van de honderd meters hoge schoorsteen is ook een voorbijgestreefd iets geworden.
Voor hen die er toen van nabij bij betrokken waren, blijven slechts de overtalrijke mooie herinneringen, hier en daar wel eens doorweven met een triest voorval.
Maar dit kan het enthousiasme niet temperen waarmee Gilbert en Servais Nivelle van de Bergstraat te Val-Meer ons hun verhaal doen over hun jarenlange activiteiten in de schoorsteenbouw. Een gesprek met deze twee ratten in het vak is een stortvloed aan verhaaltjes, anekdoten en stille mijmeringen. Vaak zien we in hun ogen een zonderlinge glans verschijnen. Dit dan telkens weer dat de mooie herinneringen een ruime plaats in hun brein hebben ingenomen.
Slechts voor korte tijd, want de hedendaagse realiteit van een kinderroep vanuit de keuken of door een steek van pijn voor de gehandicapte Albert laten, die herinneringen niet lang leven. Maar toch, zij zijn gelukkig weer die goede oude tijd voor even te kunnen herleven. Voor Albert (67) mag die tijd wel onmiddellijk terugkomen, want hij zou meteen met eenzelfde ijver en eenzelfde liefde willen beginnen, terwijl Servais (74) het wel over een andere boeg zou gooien, wellicht zou hij kiezen voor het kunstschilderen, want daar heeft hij thans zijn hobby van gemaakt, en niet zo slecht want zijn schilderijen zijn zelfs tot in Frankrijk en Nederland beland. Maar daar praat hij liever niet over. De nederigheid is nog steeds zijn typische menselijke trek.
De familie Nivelle van Val-Meer is wijd en zijd bekend en gekend voor het schoorsteenbouwen. Inderdaad, al rond de jongste eeuwwisseling was vader Nivelle actief als metselaar in Welkenraedt, en zoals het de traditie wilde, gingen ook de negen zonen dezelfde weg op. Op een bepaalde dag werden zij ook door schoorsteenbouwer Verbeek (hij bezat een fabriek in de nabijheid waar zij als metselaars actief waren.) gecontacteerd om voor hem te komen werken en ontzaglijke bergen geld te verdienen. Vooral dit laatste zal hen toen hebben doen besluiten de stap te wagen en al ras werden ze ingezet in Nessonveaux voor de bouw van hun eerste schoorsteen. Vooraleer zij echter naar Nesonveaux werden getransporteerd, kregen ze elk een handvol zilverstukken van vijf frank om in Luik de bloemetjes nog even buiten te kunnen zetten. Een dergelijke gift roept meteen sympathie op. Wat ook inhield dat ze s'anderendaags met een ongebreideld enthousiasme aan de slag gingen.
De eerste schoorsteen betekende de inzet van een immense rij, die door beiden niet meer te schatten is. Het aantal schoorstenen die door de gebroeders Nivelle in Frankrijk, Duitsland, Nederland, Ierland en natuurlijk, vooral in België werden geconstrueerd is zó groot dat een kleine schatting misschien wel enkele honderden verschil zou betekenen, zodat ze zich liever aan een benadering waagden. Eén van hun trouwe helpers, namelijk Everard Bouveroux, heeft zelfs tot in India de naam Nivelle eer aan gedaan, door de bouw van schoorstenen. Toen deze na afloop terugkeerde in Val-Meer, uitgedost in wit kostuum, witte schoenen en grootse hoed, dacht men oorspronkelijk te doen te hebben met een Oosterse pacha, maar door de typische Bouverouxtrekken werd, hij snel erkend. De oudste der Nivelles , Mathieu, heeft ook in Noord-Afrika schoorstenen gebouwd, terwijl de familiegeschiedenis ook gewag maakt van activiteiten in Rusland maar daar zijn de precieze gegevens niet zo duidelijk over.
Het schoorsteen bouwen betekende destijds een zeer zware dobber, zowel voor de bouwers zelfs als voor hen die thuisbleven, want deze werken noopten de mannen vaak tot een afwezigheid van drie tot vier maanden met sporadisch misschien eens een reisje naar de heimat, maar die waren echter niet zo dik gezaaid. Dit wekenlange wegblijven betekende echter allerminst dat de mannen met tegenzin vertrokken en werkten. Integendeel, de vriendschappelijke sfeer die onder hen heerste resulteerde in een familiale samenhang tussen de gebroeders en de helpers onderling, zowel eigen helpers als de occasionele inheemse helpers. Zij maakten van hun verblijf in het buitenland telkens een tweede thuis, maakten onder elkaar plezier zodat die lange periode eigenlijk te vlug voorbij scheen te gaan. Dit betekent dan ook dat de historische schets van Albert en Servais vaak doorweven wordt met talrijke anekdoten. Zo was er bijvoorbeeld het voorval met de vrachtwagen waarmee 's maandags 's morgens vertrokken werd en die dan voor 'n week of veertien dagen op stal werd gezet. Bij hun vertrek naar huis wilde deze dan niet starten zodat alle mannen dienden te duwen totdat het gevaarte wilde starten. Zo gebeurde het ook dat op een helling de vrachtwagen plots zo een vaart kreeg dat de mannen aan een recordsnelheid dienden te lopen om nog te kunnen instappen. Of zoals Servais ook eens druk doende was met de laatste hand te leggen aan een metershoge schoorsteen, dat hij niet gemerkt had dat de opening bovenaan té smal was opdat hij nog naar beneden zou kunnen klauteren.(dit gebeurde immers steeds via de binnenruimte). Door een ingewikkeld manneuver en met behulp van een touw is hij dan via de buitenkant naar beneden geraakt en diende hij 's anderendaags een nieuwe stunt uit te halen om de getimmerde stellingen af te breken en weer naar beneden te halen. Ook vertelde hij ons nog van twee persfotografen die bij de opening van de Wereldtentoonstelling te Luik van op een unieke hoogte foto's wilden maken van de komst van Koning Albert. Zonder veel kleerscheuren geraakten zij op de 85 metershoge schoorsteen, maar eenmaal daar aangekomen durfde geen van beiden nog naar beneden kijken, laat staan foto's maken. Dank zij de dappere ervaring van de gebroeders Nivelle geraakte de beide persmensen toch nog op de grond, maar dan wel zonder een enkele foto van de manifestatie.
De bouw van een schoorsteen van enkele tientallen meters hoogte vergt wel een zeer ver doorgedreven stielkennis. Teveel technische factoren vormen een wezenlijk en niet te onderschatten onderdeel van de totale bouw. Een schoorsteen moet een zekere beweeglijkheid kunnen doorstaan. D.w.z. een schoorsteen moet bovenaan een bepaald aantal centimeters « leefruimte » krijgen. Zoals een hoge building heen en weer schudt op de bovenste verdieping, zo moet ook een schoorsteen een voortdurende trilling kunnen doorstaan. Daarbij komt nog dat de fundering van primordiaal belang is. Een slechte basis impliceert meteen ook dat de schoorsteen na enige tijd scheuren en barsten gaat vertonen, en als een kaartenhuisje zal ineenzakken. Onderaan heeft de schoorsteen een muurdikte van nagenoeg 2,5 meter terwijl hij bovenaan varieert rond twintig centimeter. Dit betekend dat men per bouwhoogte van tien meter een zekere muurdikte zal verminderen totdat men de precieze topdikte heeft bereikt. De opbouw van een schoorsteen vergt natuurlijk in eerste instantie zeer ervaren mensen die van geen kleintje vervaard zijn. Het herstellen van een gebarsten schoorsteen of de afbraak van dergelijk gevaarte is evenmin voor iedereen weggelegd.
Dit wordt in kennerskringen als het meest gevaarlijke karweitje beschouwd. De herstellers zijn via de beweeglijke buikriemen vastgeankerd aan de stalen ringen die rond de schoorsteen zijn gelegd, maar dit betekent nog steeds niet een hoge veiligheid, want dergelijke ringen zijn ook niet eeuwig in stand te houden, zodat vaak door een verkeerd maneuver een ring het laat afweten en de man in de diepte stuikt of door een gelukkige greep zich in redding weet te brengen. Onze beide zegsmensen hebben in dit opzicht dan ook een grote bewondering opgebracht voor hun broer Arnold die als de kloekste der Nivelles werd versleten, maar dan wel met reden. Op zeker ogenblik bracht Arnold immers vanop een honderd meters hoge schoorsteen zijn bewusteloze collega vastgebonden op zijn rug naar beneden via de occasionele krammen die in de schoorsteen bevestigd waren. Vanaf die dag ging Arnold in de ogen van zijn collega"s en vrienden als de levensredder door het leven. Albert en Servais Nivelle zijn destijds samen met hun broers Mathieu, Olivier, Jozef, Henri, Pieter, Arnold en Robert aan een familiezaak begonnen, die zij gedurende tientallen jaren hebben voortgezet. Onderling konden ze steeds weer aan een of andere bouwtrant uitmaken wie van de negen die bepaalde schoorsteen had gebouwd.
De bloeiende familiezaak van weleer is thans een reeks herinneringen gebleven waaraan beide overlevenden nog vaak terugdenken, waarschijnlijk met de nodige emotie. Een trieste klank in hun stem is te onderkennen als praten over het opblazen van een schoorsteen, want door die ene handeling van de dynamiteur, gaat meteen ook een levenswerk teniet waaraan zovelen hebben meegewerkt, vaak tenkoste van hun leven. Een ander negatief beeld geeft de huidige situatie. Thans worden er praktisch geen schoorstenen gebouwd. Het vak is uitgestorven. Ook in deze branche heeft de modernisering niet stilgestaan. Heeft men nu een metershoge schoorsteen nodig, dan staat die in enkele dagen recht. Enkele stalen buizen worden op elkaar geschroefd en met de nodige veiligheidsdraden in evenwicht gehouden Wat destijds maandenlange intense arbeid vergde, wordt nu opgetrokken in een mum van tijd.
Maar al met al Albert en Servais NivelIe, gekend als keikoppen zoals trouwens de ganse Nivelle-clan, genieten thans op hun eigen manier van hun wel verdiende rust met de wetenschap dat ze de mensheid ontelbare diensten hebben bewezen door hun kloeke inzet op de hemelreikende gevaarten.
Bron: het Belang van Limburg 20/09/1976